Ben je benieuwd hoe een voorbeeld van een paarden spreekbeurt eruit ziet? Lukt het niet om je eigen spreekbeurt op te zetten? Of ben je gewoon een beetje lui en wil je eens zien hoe een spreekbeurt er uit hoort te zien? Bekijk dan het paarden spreekbeurt voorbeeld.
Mijn spreekbeurt gaat over paarden. Ik zit zelf al 5 jaar op paardrijden en vind het hele lieve dieren. Daarom heb ik besloten mijn spreekbeurt over paarden te houden. In mijn spreekbeurt ga ik wat vertellen over de geschiedenis van paarden, hoe ze eruit zien, welke soorten paarden er zijn en wat paarden allemaal doen in hun leven.
Paarden leven al heel lang, ongeveer 50 miljoen jaar. De mens leeft een stuk korter. Toch zijn paard en mens al duizenden jaren met elkaar verbonden. Vroeger werden paarden gebruikt als vervoer omdat er nog geen auto’s waren. Ook werden paarden gebruikt in het leger. Omdat de mens al lang paarden fokt zijn er veel verschillende rassen ontstaan.
Er bestaan tegenwoordig meer dan 200 paardenrassen. Alle paarden hebben vier benen en dezelfde lichaamsdelen zoals een staart. Het verschil tussen de rassen kun je vooral zien aan de bouw en de kleur. Sommige paardenrassen hebben hele stevige benen, andere rassen hebben bijvoorbeeld een zwarte vacht. Paardenrassen hebben soms grappige namen, zoals De Fries, het Belgische Trekpaard of De Arabier.
Het paard heeft net als de mens ogen, oren en een neus. Het paard is een edel dier dus daarom noemen we de poten van een paard gewoon benen. Ook de mond noemen we mond en niet bek. Er is wel een gezegde “een gegeven paard mag je niet in de bek kijken” maar dat is dus eigenlijk niet juist. Paarden hebben hoeven die eigenlijk grote nagels zijn. De mens doet hoefijzers op de hoeven van het paard zodat de voeten beschermd worden als we op de harde weg gaan lopen met het paard.
Een paard heeft 36 tanden. Aan de voorkant heeft het paard snijtanden waarmee hij gras kan lossnijden en achterin de bek heeft het paard kiezen waarmee hij het gras kan vermalen. De lengte van een paard meet je bij de schoft. Dat is het iets verhoogde deel dat tussen de onderkant van de nek en voorkant van de rug zit.
Een paard kan alleen om zich heen kijken, niet vooruit of achteruit. Je moet daarom altijd vanaf de zijkant naar een paard toegaan, zodat hij je kan zien. Als een paard je niet kan zien dan kan hij schrikken. Ga nooit van achteren naar een paard toe want als hij dan schrikt kan hij je weleens heel hard schoppen.
Een paard eet gras of hooi en drinkt per dag wel 40 liter water. Als een paard in de stal staat kun je ook haver in de voederbak doen, dat vinden ze lekker. Als je het paard wilt belonen omdat hij goed gereden heeft dan kun je hem snoepjes geven. Lekkernijen voor een paard zijn bijvoorbeeld appels of wortels. Suikerklontjes vinden paarden ook erg lekker maar dat is net als bij de mens heel slecht voor de tanden.
Een paard moet goed verzorgd worden. Het belangrijkste is het borstelen van een paard om zijn vacht goed schoon te houden. Het paard vind het ook erg fijn om geborsteld te worden. Tijdens het borstelen kan je meteen kijken of er geen wondjes op de huid zitten. Als je een paard verzorgd dan heb je veel spullen nodig zoals een rosborstel voor de buik en bovenbenen. Het borstelen van de manen en onderbenen kan je doen met een harde borstel om het vuil te verwijderen. Als je gevoelige plekken borstelt zoals de rug dan gebruik je een zachte borstel. De hoeven maak je schoon met een speciale krabber. Als het paard op stal staat dan moet je ook de stal goed schoonmaken. Paarden kunnen wel 10x per dag een paardenvijg neerleggen.